Nu aan het lezen
Reportage: fashioncamp

Reportage: fashioncamp

Niet ieder meisje kan model worden, maar voor 750 euro kun je je wel een week aan de droom van de modewereld overgeven, al logeer je dan in het Hans Brinker Hotel en blijkt de Nederlandse Anna Wintour boven Albert Heijn te werken.

Door: Bregje Lampe | Eerder gepubliceerd op 2 augustus 2008 in Het Parool (PS van de Week)

“Ojee, mijn Dior lag zonder dop. Ik hoop niet dat-ie uitgedroogd is,” zegt Wendy Stokwielder (16). Ze bedoelt haar mascara, maar dat hoeft ze de andere meisjes niet uit te leggen. Ze zijn op Fashioncamp. Wie op zeilkamp gaat, pakt regenlaarzen en een windjack in, naar Fashioncamp neem je mascara en hoge hakken mee. Van een duur merk, als het even kan. “Thuis heb ik drie kasten vol kleding,” zegt Wendy. “Ik had bijna twee koffers meegenomen, maar ik was bang dat mensen me dan een tutje zouden vinden. Niet dus. Want zo zijn er wel meer hier.”

Als de deelnemers van de eerste week – vijftien meisjes en één jongen – op zaterdagmiddag afgeleverd worden door hun ouders, regelt de organisatie nog snel een busje, zodat ze de vele koffers en tassen niet zelf naar het hostel – ze slapen bij Hans Brinker op de Kerkstraat – hoeven te slepen.

Fashioncamp wordt in de maanden juli en augustus gehouden op stylingacademie Artemis op de Prinsengracht, waar de rest van het jaar meerjarige opleidingen tot mode- of interieurstylist worden aangeboden. Het is de eerste keer en het is niet goedkoop (750 euro), maar het aantal inschrijvingen was meteen al overweldigend. Ruim 125, in een paar weken tijd. Daar kun je vijf keer een week fashioncamp met gemiddeld 25 deelnemers per keer mee vullen. Mode is in de mode. Dat hoef je initiatiefnemer Eartha Vyent (40) en programmamaker Cara Schiffelers (47) trouwens niet te vertellen.

“In New York en Parijs wordt dit soort kampen al langer georganiseerd. En nu is ook Nederland er rijp voor,” aldus Vyent. Fashioncamp is bedoeld voor kinderen van dertien tot en met zeventien jaar. “Het modebesef begint vanaf een jaar of twaalf. Kijk maar eens op Hyves. Jongeren van nu weten heel goed wat ze willen dragen en wat hun favoriete merken zijn,” zegt Cara Schiffelers, die tien jaar als chef mode bij het tijdschrift Elle werkte en zich nu freelance fashion consultant noemt.

Veel kinderen willen ‘iets met mode’ doen, zonder precies te weten wat. Fashioncamp laat ze kennis maken met de verschillende mogelijkheden. Schiffelers: “Over glamour, BN’ers en de tv-programma’s over modellen en ontwerpwedstrijden weten kinderen van nu alles. Maar mode is zoveel meer dan alleen de glitter en glamour van de catwalk. We willen juist die onzichtbare kant van mode laten zien. Je kunt ook als stylist, fotograaf, visagist, verkoper of journalist aan de slag. Niet iedereen kan ontwerper worden,” aldus Schiffelers.

De opzet is vergelijkbaar met die van elk ander vakantiekamp. Met slaapzalen, corvee en iemand die erop toeziet dat de regels slechts met mate worden overtreden. Maar waar andere kinderen zeilen of ponyrijden, begint Fashioncamp op zaterdagavond met een accessorize party, waarbij tien visagisten de kinderen komen opmaken. Stoelen en tafels zijn opzij geschoven, de kinderen kijken begerig naar de rekken vol kleding. Het midden van de ruimte is leeg gelaten, bij wijze van catwalk.

Het is de eerste avond en het is de bedoeling dat iedereen zich een imago aanmeet. Dat behoeft geen toelichting. Behendig graaien de kinderen hun favoriete stuks uit de rekken. Heel korte jurkjes worden gecombineerd met felgekleurde leggings en goudkleurige kettingen. Over een T-shirt met rock-’n-rollprint wordt een gilet gedragen. Boven een plooirok komt een tuttige witte blouse. De haren worden op verzoek gekruld en in flinke kuiven gezet. Wat smokey eyes zijn, hoeven de visagisten niet uit te leggen; de meisjes vragen zelf om zwart omrande ogen. Voor één avond zijn ze allemaal model. Voorzichtig worden de pakjes geshowd. Iets later wordt zelfs hier en daar gedanst.

“Ik durfde vroeger nauwelijks op zeilkamp, ” zegt Cara Schiffelers. “Ik ben verbaasd over de volwassenheid van deze kinderen.” Tijdens het voorstelrondje, eerder op de dag, weten ze allemaal precies aan te geven waarom ze zich hebben ingeschreven. Zo wil Robin de Vroom (13) model worden, Danique van Berkel (15) heeft een carrière als stylist voor ogen, Charlotte de Gier (15) weet al sinds haar tiende dat ze modeontwerper wil worden, Charline van der Beek (17) heeft twee dagen geleden gehoord dat ze volgend jaar is aangenomen op het Amsterdam Fashion Institute en Jorine Kets (16) vindt de managementkant het leukst.

Niet hun ouders, maar de deelnemers zelf kwamen op het idee van fashioncamp. Via een oproep in Ellegirl, internet of in één van de landelijke kranten. Ze doen niet alleen maar mee voor de gezelligheid. Sophie Wijnhoven (15): “Ik kom hier in eerste instantie voor de fashion. Het gaat mij erom dat ik iets leer over de modewereld. Dat het gezellig is, is mooi meegenomen. Maar ik heb geen 750 euro aan mijn ouders gevraagd om nieuwe vriendinnen te maken.”

Sophie had op internet over Fashioncamp gelezen en het vervolgens uitgebreid met haar ouders besproken. Die vonden het in eerste instantie wel een beetje eng om haar alleen naar Amsterdam te laten gaan en wezen haar erop dat ze misschien wel een week lang tussen ‘die verwende meisjes uit de stad’ zou zitten. “Dat had me niks uitgemaakt,” zegt Sophie.

Met ‘de verwende meisjes uit de stad’ valt het reuze mee. Veertien van de zestien deelnemers komen van buiten Amsterdam. Er zijn opvallend veel kinderen uit Brabant, onder wie Sophie zelf. Cara Schiffelers: “Eartha en ik hebben er nooit een eliteclubje van willen maken, maar we zijn in het begin wel even bang geweest dat we alleen maar aanmeldingen uit Oud-Zuid zouden krijgen. Dat is gelukkig niet gebeurd. Er doet zelfs een meisje uit Luxemburg mee, en later komt er nog een meisje uit Madrid.”

Het is een hoop geld, die 750 euro, vindt Arna Wijnhoven, de moeder van Sophie. “Maar zomerkampen zijn sowieso niet goedkoop. Bovendien vind ik dat Fashioncamp het gemiddelde kampgebeuren overstijgt. Sophie is al haar leven lang met mode bezig – op haar elfde vroeg ze al om een naaimachine – en hier heeft ze tenminste echt iets aan. Zo leert ze wat de modewereld inhoudt en ze leert mensen met dezelfde interesses kennen.”

“Ik zou willen dat ik zelf nog zestien was, ” zegt Cassandra de Vries, moeder van Ghawa (17). “Ik werk als interieurstylist, maar ik ben autodidact; dat vind ik soms wel jammer. Als zoiets in mijn tijd had bestaan, had ik me zeker opgegeven. Ghawa kwam zelf met de vraag of ze op Fashioncamp mocht; ik vond het alleen maar leuk dat ze eindelijk richting gaf aan een bepaalde interesse.”

Thiemen Visser (17) is de enige jongen van het kamp. “Ik ben al sinds mijn zevende met kleding bezig. Mijn tante is ontwerpster en mijn moeder kan ook heel goed kleding maken. Ik maak vaak ontwerpen en die voert mijn moeder dan voor me uit. Ik heb me opgegeven omdat ik les wil krijgen van modeontwerpers,” zegt hij. Dat er verder alleen maar meisjes zijn, maakt hem niet uit. Hij praat net zo makkelijk over meisjesproblemen, zoals knellend schoeisel.

Bovendien, het gaat niet alleen maar over meisjesproblemen. Vyant en Schiffelers willen de deelnemers ook een beetje losweken van de overtuiging dat mode en schoonheid synoniem zijn. “Het zijn kinderen in een kwetsbare leeftijd, ” zegt Vyent. “We willen meegeven dat het niet alleen maar gaat om dun of dik, mooi of lelijk. Het maakt niet uit hoe je eruitziet, als je maar jezelf bent. Mode is een middel om je persoonlijkheid vorm te geven.”

Schiffelers: “Het gaat er hier eens niet om wie de beste is. In tv-programma’s als Holland’s next topmodel en Project catwalk worden mensen zo naar beneden gehaald. Wij willen deelnemers leren op een leuke manier met mode om te gaan. ” Zo komt ex-model Marvie Ryder vertellen over de valkuilen van de modewereld en het gevaar van anorexia. “Het gaat niet om welk model spijkerbroek je draagt en welk kapsel je hebt. Het gaat om zelfvertrouwen, ” aldus Ryder. Intussen laat ze de kinderen foto’s uit haar modellentijd zien, waarbij ze benadrukt dat haar bovenarmen alleen zo dun zijn dankzij flink fotoshoppen.

Of de kinderen wel eens onzeker zijn, wil Ryder weten. En waarover dan? “Ik zat als enige donkere leerling op een witte school, daar werd ik behoorlijk gepest,” zegt Malu Ultee (12). “Mijn moeder zei dan wel dat ik heel mooi ben, maar ze is mijn moeder, natuurlijk zegt ze dat. Ik ben lang niet meer zo onzeker over mijn huidskleur sinds ik op een gemengde school zit.”

Als de kinderen een paar uur later op de slaapzaal zijn – ze hebben na het eten nog even de documentaire over Chanel gekeken – praten ze nog over Marvie Ryder. “Ik vond het heel leerzaam,” zegt Ghawa. “Maar niet leuk,” zegt Wendy. “Omdat je het heel confronterend vond, ” zegt Ghawa. “Iemand heeft wel eens tegen me gezegd dat-ie me te dik vond en daardoor heb ik een tijd een eetprobleem gehad. Het gaat nu veel beter, maar ik vind het nog steeds moeilijk om dat te vertellen,” zegt Wendy. Over één ding zijn de meisjes op kamer 115 het eens: ze hebben elkaar meteen goed leren kennen.

En dat moet worden gevierd. Meteen worden de beste pakjes uit de koffers gehaald, ze weten inmiddels dat beneden in het hostel een discotheek is. Maar eerst worden de haren geföhnd, de wimpers gekruld en de nepnagels opgeplakt. Het ritueel lijkt belangrijker te zijn dan het uitstapje zelf. Tegen de tijd dat ze eindelijk beneden staan, en de enige andere gasten twee oudere Poolse jongens blijken te zijn, hebben ze het snel gezien. Binnen een uur staan de meiden weer boven.

Ook de andere deelnemers maken wat van hun avond. Want wie op kamp is, gaat echt niet om elf uur slapen. Op kamer 116 worden jurken doorgepast. “Hoe vinden jullie deze?” vraagt Charline, terwijl ze op en neer paradeert in een gele tweedehands jurk met vetersluiting op de rug, die ze daags ervoor bij vintagewinkel Episode heeft gekocht. Of ze dat naar school aandurft, wil Robin weten. “Waarom niet?” vraagt Julia van IJken (15). “Als ik aangesproken word op mijn kleding, geef ik gewoon een sneer terug. Ik hou ook van jou, zeg ik dan.”

Op kamer 114 wordt voorgelezen. Dat klinkt voorbeeldig, maar het gaat om verhalen uit een boekje dat bij de Marie Claire zat. Over een vrouw die met de broer van haar man gaat, over een seksverslaafde man, over een biseksuele vrouw. Daarna wordt weer net zo snel overgeschakeld naar Harry Potter. “Wij kijken echt niet alléén naar The devil wears Prada,” zegt Amber Zegers (14).

Over The devil wears Prada gesproken: totdat ze donderdagmiddag een bezoekje aan de redactie van Elle brachten, verkeerden ze in de veronderstelling dat de redactie van een modeblad er uitzag zoals in die film. Eén en al hectiek, gestreste redacteuren, heel veel kleding en een onaardige hoofdredacteur in een glazen hok.
“Het was heel erg vet, maar totaal niet wat ik had verwacht. Al was het maar omdat de redactie boven de Albert Heijn zit,” zegt Jorine. “Het was vooral heel relaxed en de hoofdredacteur was heel erg aardig. Eigenlijk wel leuk; in films wordt alles veel heftiger voorgespiegeld.”

De meeste indruk maakte de ruimte waarin de stylisten de kleding voor modeproducties bewaren, ook wel het modehok genoemd. “Daar hingen spullen die zo mooi waren dat ik ze bijna niet durfde aan te raken,” zegt Wendy. Misschien wil ze later wel bij een tijdschrift werken. “Ik vind het zo leuk dat ik deze week alles in het echt kan zien. Heel anders dan in films of modebladen. Nu zie ik dat de mensen die in de mode werken eigenlijk heel normaal zijn,” zeg Amber. “En dat al die mooie jurken ook weer opgeruimd moeten worden.”

De deelnemers hadden verwacht dat ze les zouden krijgen van veel bekende ontwerpers. Op de website staan onder meer Mart Visser, Percy Irausquin, Jan Taminiau en Daryl van Wouw aangekondigd. Het was voor sommigen dus even slikken toen bleek dat alleen Kim Leemans en Merel Wicker – van het label LEW – voor een gastcollege kwamen. “Ik had liever een beroemde ontwerper voor de klas gehad; het is toch leuker om thuis tegen je vriendinnen te kunnen zeggen dat je les hebt gehad van Percy,” aldus Liesbeth van Tongeren (16). Thiemen: “Dat maakt mij niets uit. Als je zo jong bent als wij, kun je van iedere ontwerper wel iets leren.”

Als ze een paar uur later zelf aan de slag gaan, komen ze pas echt los. Ze mogen modelleren op een pop. “Dit is precies wat ik verwacht had, ” zegt Suzanne van Schaik (14) terwijl ze ingespannen een biesje vastzet. “Verder had ik wel een iets ander beeld van de week. Ik had gedacht dat het luxer zou zijn, dat er meer beroemde ontwerpers zouden komen en ik had meer glamour verwacht, een beetje zoals in Holland’s next topmodel. Maar ik ben niet teleurgesteld. Ik geloof dat het wel goed zit.”

In sommige opzichten is Fashioncamp niet anders dan elk ander kamp: na een week nemen de meisjes afscheid alsof ze hun beste vriendinnen uitzwaaien. E-mailadressen en telefoonnummers worden uitgewisseld en er zijn al plannen voor een reünie. Het idee is nota bene van Sophie, het meisje dat hier niet kwam om vriendinnen te maken.

Bekijk reacties (0)

Reageer

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© Modelogica 2020

Scroll naar boven