Toen ik ruim een half jaar geleden begon met het bouwen van deze website, was er nog geen vuiltje aan de lucht. Goed, duurzaamheid won aan terrein.
Door: Bregje Lampe | Nieuwsbrief verstuurd op donderdag 2 april 2020
In het jaarlijkse rapport van BoF en McKinsey werd sustainability zelfs het belangrijkste issue van 2020 genoemd. Maar er was nog geen sprake van een wereldwijde crisis, geen virus, niks beangstigends. De wereld draaide rustig door, en de modeweken ook. Hoewel de laatste ronde fashionweeks (februari/maart) de éérste was waarin het idee van van een maand lang modeshows organiseren serieus werd bevraagd door bijna alle betrokken – ook door grote namen.
Eerlijk is eerlijk, ik heb zowel voor Het Parool als de Volkskrant jarenlang met veel plezier verslag gedaan van de shows in Parijs en Milaan… maar hoe logisch is het eigenlijk om bijna een maand lang in verschillende steden wereldwijd modeshows te organiseren? Het is dat dit format al decennia bestaat, maar zou iemand dit nu, in een tijd waarin minder het nieuwe meer aan het worden is, nog durven initiëren?
De redactie van Fashionista vroeg begin februari 500 modeprofessionals al naar hun mening over fashionweek. En hoe leuk ze het ook vinden, een sluimerend verantwoordelijkheidsbesef begint aan terrein te winnen. Eind februari sprak Alexandre de Betak, een van de bekendste showproducenten ter wereld, zich tegen Sarah Kent van BoF uit over een andere aanpak; hij is ervan overtuigd dat de organisatie van shows duurzamer en kleinschaliger kan.
Na afloop van het modecircus deed de redactie van BoF er nog een schepje bovenop: ‘We Need to Retink Fashion Month Altogether’ kopte het platform begin maart boven een artikel waarin een radicaal voorstel wordt gedaan. Waarom niet twee keer per jaar een Global Fashion Week? Aldus BoF. En dan steeds in een andere stad, om het verlies voor de steden toch een beetje te compenseren (een modeweek brengt voor een stad veel inkomsten met zich mee, want er wordt gretig geconsumeerd en taxi’s maken overuren).
Al die kritiek werd geuit vóórdat COVID-19 ook Europa op slot zette. Ineens ziet de wereld er totaal anders uit en is de vraag om een ander soort modewereld urgenter dan ooit. Grote evenementen zoals het jaarlijkse MET gala, de mannenmodeweek en de coutureweek in Parijs zijn afgelast en de Amerikaanse Vogue heeft in samenwerking met CFDA (Council of Fashion Designers of America) een speciaal fonds in het leven geroepen om modebedrijven te steunen.
Intussen probeer ik, terwijl het nieuws verlamt en telefoon en computer continu lokken, zoveel mogelijk naar buiten te gaan. De natuur in, met de kinderen. Dan denk ik regelmatig aan een gesprek dat ik een paar maanden geleden – het lijkt een eeuwigheid – had met Kate Fletcher, modeprofessor. Earth Logic, noemt zij het principe waarbij niet de belangen van aandeelhouders maar die van de planeet op de eerste plaats staan.
Dat klonk eind vorig jaar nog behoorlijk idealistisch.
En lijkt nu logischer dan ooit.
Zonder het leed van deze coronacrisis, waar we middenin zitten, te willen ontkennen: ik kan me wel vinden in de uitspraken van trendwatcher Li Edelkoort (luister hier de podcast van BoF, echt nice). Misschien levert deze crisis op lange termijn wel een nieuw systeem op waarin we opnieuw waarderen wat we hebben en waarin minder ruimte is voor overdaad?
Ik hoop het; Modelogica is een zoektocht naar mogelijke alternatieven.
Maar first things first: de gevolgen nu, op korte termijn, zullen pijnlijk zijn. ‘Onze hele achterban staat te stuiteren,’ zegt Rens Tap, kledingeconoom bij brancheorganisatie Modint. Terwijl zijn vrouw in het ziekenhuis werkt, is hij dagelijks in bespreking met zijn collega’s, de overheid via VNO NCW en de leden van Modint.
Modint maakt zich op dit moment bij de overheid hard voor aanvullende steunmaatregelen voor de sector en heeft een speciaal serviceloket geopend waar leden terecht kunnen met vragen. Samen met INretail (de brancheorganisatie voor winkeliers) en andere brancheorganisaties werkt hij aan – onder meer – afspraken over regulering van de uitverkoop, opkoopregelingen en ogelijke wijzigingen in de faillissementswet.
‘Het komende jaar wordt zwaar voor de modewereld. Leveranciers, fabrikanten, winkels. Ze zitten allemaal in de problemen. Het is verleidelijk om naar elkaar te gaan wijzen: de winkel naar de huurbaas en de leverancier, de leverancier naar de fabriek en zo verder. Maar het is juíst nu belangrijk om gezamenlijk op te trekken en de hele keten onder de loep te nemen,’ zegt Tap.
Emy Demkes, die voor de Correspondent over de achterkant van de kledingindustrie schrijft, deed twee weken geleden al een oproep aan kledingbedrijven om ook verantwoordelijkheid te nemen voor mensen dieper in de keten, die nu massaal hun baan kwijtraken, zonder geld op straat komen te staan en niet verzekerd zijn.
‘Deze crisis laat zien hoe kwetsbaar werknemers zijn in deze gefragmenteerde, wereldwijde industrie. Het is cruciaal dat alle spelers nu laten zien wat verantwoord ondernemen inhoudt,’ zegt Alexander Kohnstamm, directeur van de Fair Wear Foundation. Fair Wear zette gisteren een speciaal dossier online, waarin het er bij merken op aandringt om bestellingen die (bijna) klaar zijn voor verzending niet te annuleren en flexibel om te gaan met vertragingen en veranderingen in de productie.
Dichter bij huis speelt zich een drama af in winkels en boetieks, die steeds vaker gesloten blijven. Daar vallen serieuze klappen, want voor winkeliers zijn dit belangrijke weken: de nieuwe collectie is net binnen en de zon begint te schijnen. Dat is traditioneel hét moment dat de meeste mensen gaan shoppen voor nieuwe kleren. Dat gebeurt nu niet (bewijst een recent onderzoek van ING).
Logisch. Shoppen tijdens een crisis voelt moreel niet juist, we hebben iets anders aan ons hoofd. Dat schreef ook Vanessa Friedman vorige week in The New York Times, in artikel waarin ze uitlegt hoe 9/11, de laatste grote crisis in New York, het vliegwiel was voor een gevecht tussen winkeliers om steeds lagere prijzen en steeds meer sales – helaas is het gestunt met prijzen een hardnekkige gewoonte geworden.
Friedman schreef ook, terecht, dat er niks mis is met wél shoppen. Vooral kleine winkeliers en ondernemers kunnen de omzet gebruiken. ‘Sometimes a fleece is only a fleece. And sometimes it can be a creative rescue line, a bet on the future,’ aldus de journalist. Kortom: maak een bewuste keuze over wat je koopt en waar je koopt.
En laat dat een blauwdruk zijn voor een nieuwe manier van consumeren. Want niemand kan de gevolgen van corona nu al overzien – we weten niet eens wat dit voor de volksgezondheid gaat betekenen, laat staan dat we zicht hebben op de toekomst van de mode industrie – maar we hebben wel een stem.
‘Will the Pandemic Reset Fashion’s Seasonal Schedule?’ kopte BoF begin deze week terwijl ING een rapport uitbracht waarin het twee mogelijke scenario’s schetst: nog meer goedkope fast fashion óf een radicale herinrichting van het systeem waarbij people, planet en profit wat meer in evenwicht zijn.
Wordt vervolgd.