Nu aan het lezen
Modelogica #19: happy new year

Modelogica #19: happy new year

Nieuwe ronde, nieuwe kansen… daarom ligt de nadruk dit keer op nieuwe initiatieven. Want de logica van een nieuwe generatie is niet per se die van de oude. En dat is maar goed ook. 

Door: Bregje Lampe | Nieuwsbrief verstuurd op donderdag 6 januari 2022

Stel: je bent modeontwerper en ergens halverwege de dertig, met een eigen merk dat het goed doet. Dat merk is nog niet echt doorgebroken bij het grote publiek, maar als ontwerper ben je bekend genoeg om door François-Henri Pinault himself  (de topman van Kering) te worden uitgenodigd.

De dominante modelogica dicteert dat zo’n gesprek dan gaat over een mogelijke baan als creative director bij een van de Kering-merken (zoals Gucci, Bottega Veneta of Balenciaga). Maar waarom zou jij je voegen naar de dominante modelogica?

Dat moet zo ongeveer zijn wat Kerby Jean-Raymond (35) dacht toen hij eind 2019 een afspraak had bij Pinault. Waarom zou hij meedoen aan een spel waarvan hij de spelregels niet heeft opgesteld?

In een profiel dat in maart 2020 in The New York Times verscheen, confronteert hij de auteur met de volgende vraag:  “They’ll hire a black face for their company now, they’ll put black models on the runway, they might even put a head of diversity in charge who’s black, but are they giving you leverage to take decisions for the company?”

Nee, dat doen ‘ze’ in de regel niet. Met ‘ze’ doelt Jean-Raymond op mannen als Pinault en zijn grote rivaal Bernard Arnault, eigenaar van modebedrijf LVMH; witte mannen van respectievelijk 59 en 72 jaar.

Even de context van het gesprek: een jaar eerder had Arnault ontwerper Virgil Abloh (1980-2021) een baan aangeboden als creative director van de mannenmode van Louis Vuitton. Abloh, zoon van Ghanese immigranten, was niet de eerste zwarte modeontwerper die een prestigieuze baan kreeg bij een gevestigd merk (dat is Olivier Rousting bij Balmain) maar wél de bekendste.

Simpel gesteld was Pinault op dat moment voor Kering hard op zoek naar een niet-witte ontwerper. En Jean-Raymond wist dat. Met die kennis op zak, durfde hij het tijdens zijn eerste gesprek met de CEO over een andere boeg te gooien. Omdat hij niet die-zwarte-ontwerper-bij-dat-label wilde zijn, opperde hij een plan voor de opzet van een eigen groep modemerken.

“With black people, there can only be one of us,” zegt hij in een interview met Vanessa Friedman van The New York Times“And when there’s two of us or three of u, they pit us against each other. That’s a real thing. Now, every Black designer who comes out with a bag is compared to Telfar.”

Hij wil gewoon een van de velen zijn. 
En geef hem eens ongelijk.

Pinault ging akkoord met het voorstel van Jean-Raymond. Vervolgens werd ruim anderhalf jaar gewerkt aan de opzet van een nieuw platform. In september 2021 werd Your Friends in New York  (YFINY) gelanceerd. “[This] means leveling the playing field. Not having to buy into these existing systems, but [to] be able to have the resources to create your own system,” zei hij over zijn initiatief in New York Magazine.

YFINY werkt samen met grote namen: webwinkel ssense tekende voor jaarlijkse orders, Beats beloofde technologie en subsidie te verstrekken, wetheculture helpt met financiering, data en online infrastructuur. Intussen zijn acht ontwerpers aangesloten: YFINY helpt hen met financiering, productie en planning maar bezit géén aandelen in de deelnemende merken – het is dus een soort coöperatie.

De groepsgedreven manier van werken (die ook populair is bij de nieuwe generatie Amsterdamse modemakers) is enigszins vergelijkbaar met die onder rappers. In de hiphop is het al langer gebruikelijk, een traditie bijna, gevestigde namen jonge artiesten vooruithelpen. Kortom: YFINY is een fraai voorbeeld van een nieuw soort modelogica.

Sowieso is het businessmodel dat is gestoeld op aandelen en een snelle groei enigszins op zijn retour. De nieuwe generatie, die de ramp in textielfabriek Rana Plaza bewust heeft meegemaakt en ontwerpers als Alexander McQueen (1969-2010), John Galliano en Raf Simons hebben zien worstelen met de druk die komt kijken bij het werken voor een groot concern, staart zich niet meer blind op een deal met LVMH of Kering.

Ze hebben óók gezien dat de miljoenen van Nancy en Howard Marks niet genoeg waren om een succes te maken van Sies Marjan, het opgedoekte label van Sander Lak, dat sterk leunde op de verkoop via warenhuizen zoals het inmiddels failliete Barnyes. En dus kiest de nieuwe generatie bewust voor andere routes.

M.C. Nanda schreef voor BoF over startende Amerikaanse ontwerpers die opteren voor alternatieve financieringsmogelijkheden zoals platforms en leenprogramma’s (lees: ‘For young design business, is bigger still better?’ ).

Een van die alternatieven is Tomorrow, dat begon als een showroom en nu óók dienstdoet als platform; gewilde merken zoals Martine Rose, GMBH en White Mountaineering zijn aangesloten bij Tomorrow.

“I don’t think anyone needs another billion-pound business,” zegt Tomorrow-CEO Stefano Martinetto tegen M.C. Nanda. “They may want to be the next Virgil, but most of them want to have a sustainable, mid-size business with longevity.” (lees Modelogica #5: ‘ze vinden klein eigenlijk wel fijn’).

Tenslotte nog een tip.

Christopher-Jacques Morency, online bekend als @aardrijkskunde (goed voor ruim 24 duizend volgers), is ook onlangs met een eigen nieuwsbrief gestart: State of the Art wordt gepubliceerd via Substack. Morency studeerde zes jaar geleden af aan de NHTV Internationale Hogeschool Breda en werkte voor Fantastic Man en BoF voordat hij in 2018 editor-at-large werd bij Highsnobiety

Hij is goed thuis in de internationale modewereld en heeft vanaf het begin af aan verslag gedaan van de opmars van streetwear. Zijn eigen nieuwsbrief belooft een ongecensureerde kijk op ‘the global $2.5 trillion fashion industry, the brands that shape it, and the youth culture at large that surrounds it’. Ik heb me direct ingeschreven. Hier een fragment voor wie nog niet overtuigd is. 

Because in fashion, no one ever leaves in fear of losing relevance.

In fashion, we’re fluent in hypocrisy. 

In fashion, we eat organic but won’t give up excessive alcohol or drug use. 

In fashion, we love sustainability, responsibility, eco-everything as long as a blind eye is turned to the perpetrating brands that pay our bills

In fashion, we talk a big game about inclusivity while we forgive racist designers, casting directors, press, and influencers.

In fashion, we give you a fair chance at employment as long as you can live in a top tier city where your parents can foot the rent. 

In fashion, we’re plagued by hyper insecurity. In school, most of us just weren’t that cool. We’re the nerds, the fashion geeks, the outcasts, and the bullied. So for decades we’ve created our own fantasy football league of made up hierarchy.

In fashion we’ve confused cheap praise for validation, digital following for influence and hype for talent.

Need I say more?

Bekijk reacties (0)

Reageer

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© Modelogica 2020

Scroll naar boven