Nu aan het lezen
Interview: Viktor & Rolf

Interview: Viktor & Rolf

Modelogica-archief

Na tien jaar wonen en werken in Amsterdam zijn Viktor & Rolf de hype voorbij. Een eigen winkel in Milaan, een contract met cosmeticagigant L’Oreal, een pret-a-porter-collectie en een eigen parfum. Je zou kunnen zeggen: arrivé.

Door: Bregje Lampe | Eerder gepubliceerd op 1 december 2005 in Het Parool (PS van de Week)

Viktor & Rolf houden kantoor in een chique villa aan de Hobbemastraat, vlak achter het Rijksmuseum. Het huidige kantoor is in geen enkel opzicht vergelijkbaar met de ruimte aan de Oostelijke Handelskade waar de ontwerpers tien jaar geleden begonnen. Op de gevel prijkt een gouden V&R-embleem. “Ja, er staan hier inderdaad wel vaak toeristen die met dat embleem op de foto willen,” zegt de secretaresse die me binnenlaat. Dat is weer iemand anders met wie ik de afspraak maakte, dat was de persagent.

Tegenwoordig gaan alle afspraken via een persagent. Dat traject neemt al snel een paar weken in beslag, want Viktor en Rolf hebben het druk. Heel druk. Viktor en Rolf hebben ook niet één persagent. Ze hebben er zes. In Nederland, Parijs, Londen, New York, Tokio en Milaan.

In de ontvangstruimte staan een gouden tafel, twee stoelen, een bank en er hangt een antieke spiegel boven de schouw. De ornamenten aan het plafond zijn niet van wit gips, maar van eikenhout. In de achterliggende ruimte staan een grote witte vergadertafel met witte stoelen, een antiek Chinees kamerscherm en een paspop. Nergens klinkt muziek. Rolf Snoeren zit, naast Viktor Horsting, op de bank in de voorkamer van het kantoor. Vicky (het hondje van Viktor) en Zwaantje (dat van Rolf) zitten ernaast. Twee teckeltjes, het ene nog kleiner dan het andere.

Een witte porseleinen schaal, met daarop zes koekjes op een rij, wordt binnengebracht. De koekjes blijven onaangeraakt. Viktor kijkt naar Rolf en Rolf kijkt naar Viktor. Ze lijken wel een persoon, in twee lichamen. Ze maken elkaars zinnen af zonder elkaar ooit in de rede te vallen. Ze dragen min of meer dezelfde kleding en ze hebben dezelfde zegelring met het V&R-logo, een herinnering aan hun tienjarige samenwerking. Ze zijn allebei geboren in 1969.

Arrogant

Voor de duidelijkheid: ze wonen niet samen en ze hebben geen relatie. Meer woorden worden aan het persoonlijke leven van Viktor en Rolf niet besteed. Ze zijn modeontwerpers, hun privéleven doet er niet toe, vinden ze. Aan Viktor en Rolf kleeft een geheimzinnig imago, ze zouden arrogant zijn, wereldvreemd en gesloten. Ook tijdens ons gesprek vallen er stiltes. Want Viktor en Rolf formuleren uiterst bedachtzaam, soms in termen die wat abstract overkomen. Zo hebben ze het over de theoretische basis van een collectie, concepten, Leitmotiv en een eigen vocabulaire.

De kleding van Viktor & Rolf is minder ingewikkeld. Het zijn veelal klassieke ontwerpen met een geestige twist. Een witte blouse, maar dan met vijf kragen. Een klassieke trouwjurk, met 248 handgemaakte strikken. Een sweatshirt, met een groot rubberen Viktor & Rolf-stempel. Een wit overhemd, met de letters I love you erop geborduurd. Een baljurk, met een knoopsluiting rondom de enkel.

Tijdens die laatste show, die in oktober in Parijs plaatsvond, zat overigens niet alleen die knoopsluiting op de ‘verkeerde’ plaats. Ook het decor stond ondersteboven, en de show begon met het applaus. “Door alles om te keren, wilden we laten zien dat we in onze eigen wereld onze eigen regels bepalen,” zegt Viktor. “Licht surrealistisch en alles is er mogelijk,” zegt Rolf.

De laatste show werd juichend ontvangen. Zoals alles wat Viktor & Rolf doen. Hun atoombomjurken? Geweldig! Een porseleinen ketting en een hoed van hetzelfde materiaal die tijdens de show kapot gegooid worden? Te gek idee. Spaghettibandjes die rond de enkel bungelen? Briljant. Zelfs voor het reukloze Le Parfum – een ironische aanklacht tegen ‘het systeem’ maar ook een verwijzing naar hun ambities – werden nog 150 afnemers gevonden, die er ieder 130 euro voor overhadden. De geur deed er kennelijk minder toe dan het merk.

Op eenzame hoogte

De ontwerpers praten niet over geld. Maar het Amerikaanse vakblad Women’s Wear Daily schatte de jaaromzet van Viktor & Rolf onlangs op een kleine acht miljoen euro. Ter vergelijking: Yves Saint Laurent zet, inclusief parfum, cosmetica, accessoires en tassen, iets meer dan dertig miljoen euro om. De status van het merk Viktor & Rolf is de omzetcijfers nog ver vooruit.

In ons land staan Viktor & Rolf op eenzame hoogte. Ze zien zichzelf als een internationaal modehuis en ze worden liever niet in een adem genoemd met andere Nederlandse modeontwerpers. Zo bedankten ze, vijf jaar geleden, vriendelijk voor deelname aan de overzichtstentoonstelling over vijftig jaar Nederlandse mode in het Amsterdams Historisch Museum. De uitnodiging voor een retrospectief in het Louvre, in 2003, namen ze wel aan. En eerder kregen ze al een solotentoonstelling in het Groninger Museum.

Eigenlijk zijn ze een Parijs modehuis, maar dan in Amsterdam. Je kunt ze gewoon tegenkomen in het Vondelpark, als ze Vicky en Zwaantje uitlaten. Daar worden ze trouwens maar zelden aangesproken, zeggen ze. “Wat dat betreft is Amsterdam heel relaxed,” zegt Rolf.

Dat ze niet in Parijs zitten, is een bewuste keuze geweest. Na er drie jaar te hebben gewoond, vonden ze het prettig om in een stad te wonen die rust biedt op het gebied van mode. In deze modewoestijn, zoals ze Amsterdam noemen, kunnen ze zich goed concentreren. “Ik heb het gevoel dat mode hier niet bestaat,” zegt Viktor. Rolf: “Dat is juist wel verfrissend. Als je de straat nodig hebt om je inspiratie vandaan te halen, dan ga je hier niet zitten. Dan ga je naar Parijs, of reis je regelmatig rond de wereld. Maar wij hebben de straat niet nodig.”

Langetermijnvisie

Het geloof in hun eigen, onafhankelijke positie binnen de commerciële modewereld is bijna absurd. Ze zien hun werk als een expressiemiddel. Dat maakt van de ontwerper een artiest, het ontwerp zien ze als een acteur. Ze vertalen hun onzekerheden, verlangens en obsessies in ontwerpen. De show, zeggen ze, is hun eigenlijke werk. “Daarin komt alles samen: de muziek, de kleding, de modellen, de sfeer,” aldus Viktor. Al weten ze ook wel dat niet iedereen de show ziet, of zelfs maar foto’s van de show.

Viktor en Rolf zien in de modewereld een afspiegeling van hun ideaalwereld. Een onbereikbare wereld van rijkdom, perfecte schoonheid en spanning. Zie het als een vlucht uit het middelmatige klimaat waarin ze opgroeiden; Viktor komt uit Geldrop, Rolf uit Dongen. Dat ze ontwerper wilden worden, hebben ze altijd al geweten. “Inmiddels weten we beter hoe de modewereld in elkaar zit, maar we proberen wel vast te houden aan de ideeën van toen,” aldus Viktor. “Mode is voor ons meer dan leuke kleren maken,” zegt Rolf.

Dat klinkt weinig commercieel, maar het wil niet zeggen dat Viktor en Rolf niet voor een groot publiek willen werken. Rolf: “We hebben altijd een langetermijnvisie gehad. In het begin is het simpelweg onmogelijk om een heel groot publiek aan te spreken. Bovendien was het voor ons belangrijker om eerst onze eigen taal te vinden en te experimenteren, het is nooit de bedoeling geweest om voor altijd in een niche te opereren. De ontwikkeling van een eigen modehuis kost gewoon tijd. Je wordt niet van de ene op de andere dag een household name.”

Geen enkele bestelling

Nu zien we het succes, maar ooit, na hun studie in 1992, zaten Viktor en Rolf drie jaar in totale afzondering in een appartement in Parijs te werken aan een prêt-à-porter-collectie die welgeteld nul orders opleverde. Achteraf maar goed ook, want die bestellingen hadden ze destijds toch niet kunnen leveren.

Ze hebben er veel van geleerd. Ze beseften dat het nog te vroeg was voor een eigen prêt-à-porter-collectie. Daarvoor zijn immers financiers en producenten nodig, die ze toen niet hadden. Uit de ideeën die ze toen ontwikkelden, putten ze nog steeds.

Vanaf dat moment stortten ze zich op de couture, de meest exclusieve vorm van mode. Met resultaat. De ondraagbare ontwerpen, die gefinancierd werden met werkbeurzen, sloegen aan in het museale circuit.

In 2000 was het moment aangebroken dat ze het weer aandurfden met prêt-à-porter. Een Italiaanse fabrikant, die ook de kleding van onder meer Alexander McQueen en Paul Smith produceert, wilde met Viktor & Rolf in zee, een grote geldschieter bood de noodzakelijke financiële steun.

Americana

‘Americana’ was de titel van de eerste prêt-à-porter-collectie. Jasjes, schoenen, broeken en overhemden waren voorzien van de stars and stripes van Amerikaanse vlag. Die verwijzing naar de Amerikaanse cultuur was ook een verwijzing naar hun eigen streven naar ‘world domination‘. ‘We hebben de verschillende stappen heel bewust genomen,” zegt Rolf.

In de show laten ze nog steeds een gedeelte couture zien, die ook nog steeds in huis met de hand wordt gemaakt. Toch missen ze de totale focus op couture niet. Rolf: “Couture voelt niet echt levend meer. Het zijn zo weinig kleren, voor nog minder klanten. Met prêt-à-porter kun je veel meer mensen bereiken. Het leeft echt, het hangt in winkels en je ziet het op straat.”

In Amsterdam is de dameskleding van Viktor & Rolf alleen te koop bij Van Ravenstein (Keizersgracht 359), de herenkleding hangt exclusief bij Didato (PC Hooftstraat 94). Bij de Bijenkorf worden zijden accessoires verkocht en volgend seizoen gaan de Bijenkorf en Stout (Berenstraat 9) Viktor & Rolf-lingerie verkopen.

Toch is de kleding van Viktor & Rolf voor veel mensen nog steeds onbereikbaar. Een bloesje van zeshonderd euro is nou eenmaal niet voor iedereen weggelegd, dat zien ze zelf ook wel. “Als je echt wilt groeien en zoveel mogelijk mensen wilt bereiken – en dat willen wij – dan is er nog heel veel mogelijk,” aldus Rolf. Viktor: “Er is nog een lange weg te gaan. Het nieuwe parfum is wat dat betreft een belangrijke stap.”

Flowerbomb

Iedereen die toevallig langs de parfumerie in de Kalverstraat loopt en 54 euro op zak heeft, kan het Viktor & Rolf-gevoel aanschaffen. In de vorm van een flesje Flowerbomb van dertig milliliter. Viktor: “Parfum is zo leuk omdat het een droom is die je direct kunt kopen.”

Het is inmiddels drie jaar geleden dat hiervoor het veelbesproken contract met cosmeticagigant L’Oreal getekend werd. De bekende reclameslogan van L’Oreal was plotseling ook op Viktor & Rolf van toepassing: Because we’re worth it stond er boven de foto van Viktor & Rolf die de International Herald Tribune op 30 april 2002 publiceerde.

Het was voor het eerst sinds achttien jaar – toen werd Giorgio Armani gecontracteerd – dat L’Oreal een dergelijke samenwerking aanging. Het parfum werd vorig jaar oktober gelanceerd tijdens de show in Parijs.

Flowerbomb, een suikerzoet luchtje dat wel eens met Thierry Muglers Angel wordt vergeleken, is bedoeld voor dames. En het is, zeggen de ontwerpers, he-le-maal Viktor & Rolf: “Flowerbomb. Je denkt dat je het woord kent, maar het is een nieuw woord. Dat hebben wij verzonnen,” aldus Rolf. Het flesje is een kruising tussen een diamant en een handgranaat. Het parfum is een groot verkoopsucces. Hoewel L’Oreal de precieze verkoopcijfers pas volgende week bekendmaakt, weten we al wel dat het luchtje bij de Bijenkorf al maanden op nummer 1 staat.

Een herenparfum is in de maak. Hiervoor zijn Viktor en Rolf opnieuw om de tafel gaan zitten met drie van de meest vooraanstaande ‘neuzen’. Viktor en Rolf vertellen wat ze willen, de ‘neuzen’ vertalen dat in een geur. De mannengeur is bijna af. Eind volgend jaar moet-ie in de winkel liggen.

Stoelen aan het plafond

Het ultieme bewijs van hun status is de Viktor & Rolf-winkel in Milaan. Aan de Via Sant’ Andrea, om de hoek bij Chanel, Gucci, Prada, Armani, Versace en Dior zit nu een winkel met een deur op zijn kop. En bij nader inzien: een interieur dat in z’n geheel 180 graden is gedraaid. De deurmat en de stoelen hangen aan het plafond en de kroonluchters staan op de vloer in de verder klassiek ogende couturesalon – een ontwerp van Siebe Tettero, architect en hoofd tentoonstellingen in het Centraal Museum, en Sherrie Zwail van SZI Design. “Deze winkel zien we als een experiment,” zegt Viktor. Veel mensen komen alleen maar even kijken. Zelf zijn ze nog nooit een hele dag binnen geweest. Rolf: “Dat is ook moeilijk in je eigen winkel. Dan sta je zo in the picture.”

Dat er meer winkels komen, is zeker, al willen Viktor en Rolf nog niet zeggen waar. Die winkels zullen dan overigens weer heel anders worden. “De winkel in Milaan is een proeftuin. Het omgekeerde interieur is dus niet het concept van een nieuwe winkelformule,” zegt Rolf. Viktor: “Net zoals het nieuwe parfum geen Flowerbomb voor mannen is. We willen juist zoveel mogelijk verhalen vertellen.”

Hun eigen verhalen, dat wel. Viktor en Rolf kunnen zich bijna niet voorstellen dat ze in dienst zouden treden van een bekend Parijs modehuis om dat van een stoffig imago af te helpen. Veel andere ontwerpers doen dat wel: John Galliano ontwerpt voor Dior, Karl Lagerfeld zit bij Chanel en Marc Jacobs ‘doet’ Louis Vuitton.

Viktor: “Wij zijn in het verleden wel geregeld benaderd door bestaande huizen en merken. Daar zijn we bewust nooit op ingegaan.”

Rolf: “We hebben het idee dat de bestaande modehuizen bij de tijd willen blijven door continu nieuwe ontwerpers aan te stellen. Wij willen juist ons eigen modehuis opzetten. Er is al te veel aandacht voor de oude namen in de modewereld, er moeten echt nieuwe namen bijkomen.”

Shinen in een Viktor & Rolf-je

Een samenwerking met Hennes & Mauritz – Karl Lagerfeld en Stella McCartney gingen eerder met deze confectiegigant in zee – sluiten de ontwerpers niet uit. Rolf: “Het kan voor een ontwerper heel interessant zijn om met grote bedrijven een relatie aan te gaan. Dat hebben we ondervonden met L’Oréal. Het fascinerende van zo’n samenwerking is dat ineens heel veel mogelijk is. Omdat L’Oreal zo groot is en omdat ze over de hele wereld zitten, hebben ze het parfum dat wij hebben ontwikkeld, op de juiste manier in de markt kunnen zetten.”

Bang dat ze met zo’n commerciële connectie hun ideeën moeten opgeven, zijn Viktor en Rolf niet. “Ik snap dat mensen dat denken. Maar dat is absoluut niet het geval. Een groot bedrijf maakt juist mogelijk wat we zelf nooit voor elkaar zouden krijgen,” zegt Viktor.

Ook de samenwerking met sterren is voor Viktor en Rolf niet per definitie verdacht. Vijf jaar geleden waren ze nog huiverig voor de samenwerking met celebrities. Maar sluipenderwijs – op weg naar hun eigen mode-imperium – lijkt de antihouding omgeslagen in een omarming van die cultuur. Begin 2004 reisden de ontwerpers af naar de uitreiking van de Golden Globes om daar een studie van galajurken te maken. Het moet een grappig gezicht zijn geweest: Viktor en Rolf naast de rode loper, pen en papier in de aanslag. De studie heeft het gewenste effect gehad: bekende mensen verschijnen steeds vaker in een ‘Viktor & Rolfje’ op gala’s en premières.

Vorig jaar nog maakten ze een bruidsjurk voor Mabel Wisse Smit; de jurk met die 248 handgemaakte strikjes. Viktor: “Het wordt voor ons steeds belangrijker dat mensen gezien worden in onze kleding. Daarom kleden we de laatste tijd steeds meer bekende mensen. Maar het is nooit een doel op zich geweest.” Rolf: “Het is natuurlijk ook gewoon heel erg leuk om te zien dat iemand iets van ons draagt en er daarin goed uitziet.” In tegenstelling tot de meeste andere modehuizen sturen Viktor & Rolf alleen kleding als mensen daar uitdrukkelijk om vragen. “We zijn tenslotte geen Dior. Soms verschijnt iemand onverwachts in onze kleding. Zoals Demi Moore laatst, in een smoking.”

Stelletje freaks

Viktor en Rolf krijgen vaak de vraag of ze het wel aankunnen en of het niet heel moeilijk is – typisch Nederlands, denken ze. Maar de laatste tijd krijgen ze juist veel positieve reacties. “Het lijkt erop dat mensen het toch wel heel leuk vinden dat iets Nederlands in het buitenland zo succesvol is,” aldus Rolf. “En ja: we kunnen het aan. En ja: het is heel erg leuk. Natuurlijk is het moeilijk, anders deed iedereen het.”

“En we werken inderdaad erg veel, maar dat doen de meeste mensen met een eigen bedrijf,” relativeert Viktor.

Dat Viktor en Rolf een stelletje freaks zijn, twee nerds met dezelfde zwarte brilletjes die aandacht trekken met vreemde, totaal onverkoopbare ontwerpen, dat denkt tegenwoordig nagenoeg niemand meer. Integendeel. Viktor & Rolf zijn het succesverhaal van de Nederlandse modewereld. “Maar we zijn er nog lang niet,” zegt Viktor.

“Sterker nog, we hebben het gevoel dat we nu eindelijk echt beginnen,” zegt Rolf. “Niet voor niets noemen we Yves Saint Laurent geregeld als voorbeeld. Pas als wij ons eigen modehuis hebben neergezet, dat ook zonder ons kan bestaan, dan hebben we bereikt wat we willen.”

Drie kenners over Viktor & Rolf

Ruud van der Peijl (stylist & fotograaf): “Viktor & Rolf zijn synoniem geworden voor de strik, terwijl de strik toch eigenlijk een archetype is, dat al vaker door verschillende ontwerpers gebruikt is. Maar als er ergens een strik opduikt, dan wordt die meteen geassocieerd met Viktor & Rolf.”

Alexander van Slobbe (modeontwerper en docent aan ArtEZ): “De strik en de ruche: dat is Viktor & Rolf. Zodra een van mijn studenten met strikken aan de haal gaat, zeg ik: niet doen, dat is Viktor & Rolf, en die doen het beter.”

José Teunissen (modeconservator van het Centraal Museum, kocht vanaf het begin stukken van Viktor & Rolf): “Het overhemd – met ruches, glitterrand, Amerikaanse vlag, driedubbele kraag, mooie volumemouwen – is een duidelijk Viktor & Rolf-kledingstuk, omdat al hun concepten en ideeën erin terugkomen.”

Martijn van Nieuwenhuyzen (hoofd van het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam): “Viktor & Rolf geven hun eigen interpretatie aan klassieke ontwerpen. Ze maken klassiekers met een twist, met het gevoel van nu. De smokingblouse bijvoorbeeld, duikt al vanaf het begin in verschillende variaties in hun collecties op.”

Bekijk reacties (0)

Reageer

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© Modelogica 2020

Scroll naar boven