Nu aan het lezen
Interview: Penny Martin

Interview: Penny Martin

Het tiende nummer van The Gentlewoman, het mooiste vrouwenblad van nu, ligt net in de winkel. Hoofdredacteur Penny Martin over wat zij graag ziet, draagt, leest, hoort en eet.

Door: Bregje Lampe | Eerder gepubliceerd op 19 september 2014 in de Volkskrant

Aan de muur van het kantoor van Penny Martin (42) in Londen hangt een spiegel met de handtekening van Alber Elbaz, hoofdontwerper van Lanvin. Dat geeft stilletjes haar status aan: als hoofdredacteur van The Gentlewoman geldt ze als een smaakmaker in de modewereld. Maar Martin lijkt in niets op Anna Wintour, dat andere belangrijke boegbeeld. Ze maakt met de Amerikaanse Vogue ook een totaal ander type blad.

Van Martin hoeven vrouwen niet per se sexy te zijn, er jong uit te zien, of een modellenmaatje te hebben. Ze zet zich af tegen het idee dat mode oppervlakkig is. Ze heeft meer met kleren dan met trends. En dus doet The Gentlewoman niet aan musthaves en It-items, maar wordt er gerust een pagina besteed aan de perfecte manier om een jas op te hangen.

Martin is een makkelijke prater, met een licht Schots accent. Ze is erudiet. Ze weet waarover ze het heeft als het om magazines gaat: ze studeerde aan het Royal College of Art, terwijl ze parttime werkte in de Fawcett Society Women’s Librabry, waar de grootste collectie vrouwenbladen ter wereld wordt bewaard. Haar scriptie over de Britse Vogue en ‘Tatcherism in de jaren tachtig’ heeft ze nooit afgemaakt. Maar ze weet precies wat ze wel en wat ze niet wil in een blad. Het belangrijkste? Vrouwen mogen zich niet buitengesloten voelen.

The Gentlewoman werd in 2010 gelanceerd als de vrouwelijke variant op Fantastic Man, het succesvolle magazine waarmee Gert Jonkers en Jop van Bennekom internationaal naam maakten. Beide magazines hebben dezelfde strenge, modernistisch aandoende vormgeving, bedacht door Van Bennekom en inmiddels veelvuldig gekopieerd. In The Gentlewoman wordt geen stereotype vrouw neergezet. Zo stonden op de cover onder meer popster Beyoncé Knowles, actrice Angela Lansbury uit de detectiveserie Murder, She Wrote en modeontwerpster Vivienne Westwood.

Schilderij: Piero della Francesca – Madonna del Parto (na 1457)

De Madonna del Parto is een fresco van de Italiaanse renaissanceschilder Piero della Francesca (1412-1492). Sinds 1992 te zien in Museo della Madonna del Parto in Monterchi (Italië).

‘Ik hou ervan om me volledig in een onderwerp te verdiepen. Op mijn 21ste heb ik, met een beurs van de universiteit van Glasgow, een deel afgelegd van de kunstroute die langs de werken van Pierro della Francesca voert. Die heb ik gebruikt om met mijn toenmalige vriend een maand door Italië te rijden. Aan het einde van de vakantie waren we niet meer verliefd – ik geef de schuld aan het kamperen – maar we hebben een heel leuke tijd gehad.’

‘Ik weet nog goed dat ik de Madonna del Parto voor het eerst zag. We moesten er een heel eind voor omrijden. Het hangt in het Museo della Madonna del Parto, een voormalige basisschool in Monterchi. Toen we er eenmaal waren, veranderde het licht; net zo dramatisch als het licht in de film Black Narcissus verandert als de lente uitbreekt en je net een hele tijd naar de grijze habijten van de nonnen hebt zitten kijken. Het was overweldigend. Della Francesca’s afbeeldingen hebben iets charmants en naïefs. Ze zijn een beetje plat. En ze zijn zacht, zonder zoetsappig te worden.’

Restaurant: Harry’s Dolci in Venetië

Harry’s Dolci is een exclusief restaurant aan het Giudecca-kanaal, met een prachtig uitzicht op Venetië.

‘Mijn meest memorabele etentje is een diner met mijn man, Barry, bij Harry’s Dolci. Het was in 1998. Het is niet eens zozeer memorabel vanwege het eten, hoewel dat heerlijk was. Het was de laatste avond van onze reis, en het geld was bijna op. We hadden geen creditcard en we we wisten niet zeker of we nog genoeg geld hadden om af te rekenen. Ondertussen bleven ze de wijn maar bijvullen en uiteindelijk ging er ook nog iets mis met de bestelling, waardoor we een plateau vol desserts kregen. Terwijl we steeds banger werden voor de rekening, schoten we voortdurend in de lach als er weer in ober aan onze tafel stond. En toen mijn man zijn portemonnee uit zijn broekzak pakte, viel al het losgeld eruit. Zo op de vloer, terwijl iedereen zat te kijken en het vol zat met chique types. Dat was zo gênant!’

Fotografie: Terence Donovan – portret van Celia Hammond (1961)

De Britse fotograaf Terence Donovan (1936-1996) portretteerde beroemdheden als Julie Christie, Sophia Loren en supermodel Twiggy.

‘Ik vind het heel moeilijk een favoriete foto aan te wijzen. Van 1995 tot 1998 heb ik gewerkt in een fotomuseum dat zo’n zes miljoen foto’s beheerde, dus ik heb op zijn zachtst gezegd een groot beeldarchief in mijn achterhoofd. Als je me morgen dezelfde vraag stelt, zou ik zomaar iets anders kunnen antwoorden. Vandaag is mijn favoriet een portret van Celia Hammond, gemaakt door Terence Donovan. Het is een zwart-witfoto, waarop achter het gezicht van Celia een klein krijtbord staat met de tekst ‘This is me Celia’. Het is een krachtige foto, met veel lagen.’

‘Ik vind het een goed voorbeeld van een geconstrueerde modefoto, toen ik lesgaf gebruikte ik deze foto vaak als voorbeeld. Terence Donovan is een tijdgenoot van David Bailey en Brian Duffy. Samen ontketenden ze in de jaren zestig een revolutie in de modefotografie door de relatie tussen fotograaf en model opnieuw te definiëren: van de brave en keurige modepopjes van de jaren vijftig maakten zij brutale vrouwen.’

‘Tijdens hun hoogtijdagen waren ze bekender dan de tijdschriften waarin ze publiceerden. Dat zie je nog steeds bij de sterfotografen van nu. Wij werken ook met bekende fotografen, maar ik waak ervoor om van The Gentlewoman een portfolio voor hen te maken. Ik overleg wel veel met ze. Alle foto’s in het magazine zijn het resultaat van een zes maanden durende conversatie tussen de redactie en de fotografen die voor ons werken.’

Literatuur: Middlesex van Jeffrey Eugenides (2002)

Middlesex is het levensverhaal van een hermafrodiet én een groots opgezet familie-epos over de transformatie van immigranten in vijf decennia Amerikaanse geschiedenis.

‘Middlesex is het tweede boek van Jeffrey Eugenides, de schrijver van The virgin suicides. Ik vond het overweldigend. De hoofdpersoon blikt terug op zijn leven, dat begon als tevreden meisje dat in de puberteit ineens de baard in de keel krijgt en smoorverliefd wordt op een klasgenootje op de meisjesschool. Tegelijk vertelt hij over de avonturen die zijn Griekse immigrantenfamilie in vijftig jaar meemaakt.’

‘Het is een omvangrijk en kaleidoscopisch werk, dat schatplichtig is aan de oude Griekse verteltradities. Erg knap geschreven. Het bijzonderst vind ik de trefzekere beschrijvingen van hoe het is om in het lichaam van een vrouw te zitten. Er woedt een eeuwige discussie in hoeverre mannelijke schrijvers zich met vrouwen kunnen identificeren. Eugenides bewijst met dit boek dat een man zich heel goed kan inleven in de fysiek van een vrouw.’

Literatuur: Charles Dickens – Great Expectations (1862)

Great Expectations van Charles Dickens (1812-1870) vertelt het verhaal van de wees Pip, van zijn vroege jeugd tot aan zijn jongvolwassenheid. Het boek wordt sinds de 20ste eeuw algemeen beschouwd als een van de betere werken van Dickens.

‘Ik heb het geluk dat ik van huis uit werd aangemoedigd veel te lezen. Mijn alltimefavoriet is absoluut Charles Dickens. Ik las Great Expectations voor het eerst op school, zoals zoveel kinderen in Engeland. Ik lees het nog steeds graag. Eigenlijk is het een nogal sentimenteel verhaal – Pip wordt teleurgesteld in bijna al zijn ambities – maar het is geweldig geschreven. Dickens is heel goed in het benaderen van spreektaal, en ook zijn beeldspraak is prachtig. Hoewel Great Expectations in eerste instantie als feuilleton in het tijdschrift All Year Round verscheen, heeft het een ijzersterke vertelstructuur. Mijn andere favoriet van Dickens is Bleakhouse, dat heeft dezelfde tijdloze thematiek. Het is een panoramische vertelling waaruit duidelijk Dickens afkeer blijkt van de hypocrisie en de onbeweeglijkheid van de Britse klassenmaatschappij.’

Architectuur: Prospect Cottage (Dungeness)

Propect Cottage is een huis in Dungeness, de kustplaats in Zuidwest-Engeland waar regisseur Derek Jarman (1942-1994) zich vaak terugtrok.

‘Voor het vijfde nummer van The Gentlewoman sprak ik met actrice Tilda Swinton, zij vertelde heel enthousiast over Prospect Cottage in Dungeness. Zij heeft regisseur Derek Jarman, met wie ze goed bevriend was, geholpen bij zijn zoektocht naar een afgelegen huisje aan de kust. Prospect Cottage is een sprookjesachtige plek: het huis heeft uitzicht over het water en het heeft een geweldige tuin. Het is zwart geschilderd en aan een kant staat in zwarte reliëfletters een fragment uit het gedicht ‘The Sun Rising’ van John Donne.’

‘Tot nu toe ken ik het alleen van foto’s, en uit de verhalen van Tilda. Volgende week ga ik ernaar toe. Ik kan niet wachten. Het is voor het eerst dat mijn man en ik met onze eigen auto weggaan. We wonen al zestien jaar in Londen, maar we hebben pas net een auto gekocht. Tot op heden hebben we alles met het openbaar vervoer gedaan. Ik heb geen rijbewijs, dus mijn man moet rijden. Maar ik heb gehoord dat het een prachtige route is, langs de kust naar Dungeness.’

Architectuur: Berthold Lubetkin – Spa Green Estate in Londen (1949)

Het Spa Green Estate in de Londense wijk Islington is een ontwerp van de Russische architect Berthold Lubetkin (1901-1990) dat uit drie flatgebouwen bestaat: Turnbridge House, Sadler House en Wells House.

‘Spa Green Estate is een modernistisch gebouw, met een rijke geschiedenis. Het is in de jaren dertig ontworpen en in de jaren veertig gebouwd. Het is onderdeel van een groots plan om door middel van modernistische architectuur sociale vooruitgang in Londen te brengen. Lubetkin, van oorsprong een Rus, was een socialist in hart en nieren. In zijn ogen was niets te goed voor de gewone mens, dat was zijn mantra. Daarom is het gebouw afgewerkt met luxe details van messing en hebben de appartementen fraaie op maat gemaakte Frankfurt-keukens. Dit gebouw is een treffend symbool van het naoorlogse optimisme in Londen.’

‘Sinds ik in mijn studententijd een bezoek bracht aan het Spa Green Estate, is het mijn droom geweest daar te wonen. En die droom is uitgekomen. Mijn man en ik hebben er bijna vier jaar gewoond, van 2004 tot 2007. Ik weet nog goed dat we onze flat in Turnbridge House kochten. Dat was een beetje mijn eigen Charles Dickens-moment: eindelijk ging ik wonen in het huis waarvan ik zo lang had gedroomd. Jammer genoeg zijn we na vier jaar verhuisd, dat had te maken met de torenhoge rekeningen voor onderhoud aan het hele gebouw waarmee we werden geconfronteerd. Nu wonen we in Ealing, dat ook wel de koningin van de voorsteden wordt genoemd.’

Apparaat: Thorens TD 240-2

De Thorens TD 240-2 is klassieke platenspeler in een modern jasje.

‘Ik ben een groot verzamelaar van muziek. Altijd al geweest. Ik ging al naar concerten in Edinburgh toen ik een jaar of 12 was, dus ik heb veel live-optredens gezien. Ik ben een paar jaar wat minder geweest, maar dit jaar juist weer wat meer. Zo ben ik pas naar Laetitia Sadier, Neil Young, Hall & Oates en Kate Bush geweest. Ik kocht mijn eerste plaat toen ik 8 was, dus ik heb een flinke verzameling. Maar toen mijn man en ik begin jaren negentig gingen samenwonen, gebruikten we meestal zijn cd-speler en heb ik mijn installatie, een mooie Technics platenspeler met een versterker van Marantz en prachtige boxen, weggegeven.’

‘Voor mijn 40ste verjaardag kreeg ik van mijn man een platenspeler cadeau, van Thorens. Dat was zo lief. En het is zo’n mooi ding: de knoppen lijken net juwelen. De laatste tijd koop ik dus weer volop platen, meest recent een van Cate Le Bon. Ik vind het leuk om voor iemand die bij mij thuiskomt een speciale plaat uit te zoeken. Dat is zoveel persoonlijker dan het opzetten van een Spotify-lijstje.’

Kleding: schooluniform

Een klassiek schooluniform bestaat uit een blauwe blazer, een witte blouse, een grijze rok

‘Ik zweer bij kleding die lijkt op mijn oude schooluniform. Dat bestond uit een marineblauwe blazer, een wit overhemd, een grijze of marineblauwe rok tot op de knie en platte schoenen, zoals loafers of Dr. Martens. De laatste tijd draag ik ook veel broeken, maar verder is mijn stijl nauwelijks veranderd. Nauwsluitende jurken en torenhoge hakken zijn gewoon niet mijn ding. Die droeg ik ook niet toen ik jonger was.’

‘Ik kleed me bescheiden. Ik let op details, op kwaliteit, op hoe iets is gemaakt en hoe het valt. In mijn kast liggen veel truien van kasjmier en basic T-shirts van het Britse merk Sunspel. Voor iemand die in de mode werkt, koop ik niet zoveel. Ik sta mezelf toe per seizoen een stuk van Céline te kopen. En verder schaf ik hooguit eens in de drie maanden iets aan van een duur merk, zoals Prada of Comme des Garçons. Ik doe lang met mijn kleding en gooi zelden iets weg.’

Bekijk reacties (0)

Reageer

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© Modelogica 2020

Scroll naar boven