Over nieuwe winkels. De groeiende resale markt. En de opmars van het logo van een failliete bank.
Door: Bregje Lampe | Nieuwsbrief verstuurd op donderdag 12 november 2020
Middenin de pandemie een nieuwe winkel openen.
Je moet maar durven. Filling Pieces opende in augustus een eerste eigen winkel in de Berenstraat in Amsterdam; een strategische move richting meer autonomie. Bedenk hier even dat de eerste kledingcollectie van Filling Pieces in 2018 exclusief werd verkocht bij het inmiddels failliete Amerikaanse warenhuis Barneys. En dat het merk sinds de oprichting, ruim tien jaar geleden alweer, afhankelijk is geweest van andere winkeliers.
Daily Paper, een ander populair merk dat is geworteld in de Amsterdamse streetwearscene – de oprichters van deze merken kennen elkaar goed en helpen elkaar als het kan – investeert al langer in wat in jargon direct-to-consumer wordt genoemd. Het merk heeft al twee eigen winkels in Amsterdam en mikt nu hoger: met een eigen winkel in New York. Dat is een flinke stap. NRC Handelsblad,schrijft hier dat ze zeggen dat ze de uitbreiding met eigen geld financieren.
De buitenlandse pers is enthousiast.“With so many New York staples recently closing, the opening of Daily Paper is a breath of fresh air and gives the label a chance to claim its place as a new stomping ground for the downtown kids and fashion enthusiasts to go hang out at,” schrijft Noah Thomas voor Highsnobiety, de online graadmeter voor cool. De winkel heeft een café, voor het beter clubhuis gevoel.
Nog één winkel, aan de andere kant van het spectrum.
Dries Van Noten, de Belgische ontwerper die op handen wordt gedragen door zowel modefreaks als Gooische vrouwen, opende begin oktober zijn grootste winkel tot nu toe. De uitbreiding mag wat kosten van de Spaanse modegroep Puig, dat sinds 2018 een meerderheidsbelang heeft in het bedrijf.
De nieuwe ‘Dries’ beslaat 850 vierkante meter in een oude juwelenfabriek in Los Angeles. De winkel is op dezelfde leest gestoeld als die van Daily Paper: het moet een ontmoetingsplek worden. “This place will be a haven for creative encounters and gathering experiences that embrace the creative pulse of Los Angeles and its creative and fashion community,” aldus het persbericht.
Tijdens een digitale rondleiding vertelde Van Noten aan Cathy Horyn van The Cut dat hij vaste klanten in de toekomst de mogelijkheid wil geven om gebruikte kleding van zijn eigen merk in de winkel te verkopen. Dat past bij zijn filosofie. Van Noten is trots op het feit dat hij drie generaties vrouwen kleedt.
Meer luxemerken gaan aan de haal met vintage.
De afgelopen decennia was de heersende opvatting dat de verkoop van tweedehands artikelen ten koste zou gaan van de marktwaarde van luxemerken. Nu wordt het gezien als een potentiële extra inkomstenbron én een goede manier om het duurzame imago op te poetsen. Overigens kan het ook een manier zijn om van overtollige voorraden af te komen, daar hoor je vrijwel niemand over.
Het luxe horlogemerk Richard Mille opent binnenkort een winkel in Londen, met uitsluitend tweedehands horloges. Tilly Harrison, een van de drijvende krachten achter deze nieuwe winkel, legt in dit artikel in Voguebusiness uit dat ze besloten om de verkoop van tweedehands horloges zelf te gaan faciliteren toen ze zagen dat populaire modellen vaak voor meer dan de oorspronkelijke prijs werden doorverkocht.
Burberry was een jaar geleden een van de eerste luxemerken die nieuwe klanten probeerde te trekken met de verkoop van tweedehands artikelen. Het merk sloot daarvoor een deal met The Real Real. Onlangs volgde Gucci, Stella McCartney heeft vergelijkbare plannen. Ook merken in het middensegment experimenteren volop met de verkoop van tweedehands kleding. Denk aan COS, Tommy Hilfiger en Zalando, dat met Zircle (interessante woordspeling) hengelt naar nieuwe klanten.
Maar geld verdienen met tweedehands kleding is niet per se makkelijk; niet voor de merken zelf en ook niet voor andere aanbieders. Lees vooral het hele artikel van Cathleen Chen op BoF dat uitlegt dat je de online resale markt grofweg kunt verdelen in twee kampen.
Aan de ene kant,
zitten spelers die kiezen voor de peer-to-peer benadering. Denk aan community-driven websites en apps zoals Grailed, Depop en Vinted (dat onlangs voor een onbekend bedrag het Nederlandse United Wardrobe overnam). Hier verkopen mensen hun spullen direct aan anderen, en dus zijn de marges voor de oprichters laag.
Aan de andere kant,
zitten spelers zoals TheRealReal, dat met het zogenaamde consignment-model werkt; deze bedrijven regelen de verkoop zelf. De oprichters maken veel kosten met het aanhouden van voorraden en het fotograferen van veelal enkele stuks en houden dus niet zo gek veel over van de hogere marges.
Eigenlijk zijn deze initiatieven alleen levensvatbaar als ze opschalen. Maar waarin verschillen ze dan nog van Ebay? En wat gebeurt er met deze markt als meer merken on demand gaan produceren? Fanny Moizant, mede-oprichter van Vestiaire Collective, kondigt in een gesprek met Alexander Fury van The Financial Times‘the end of ownership’ aan.
Toen haar moeder een leren jas kocht,
was dat een investering voor jaren. Maar sociale media en fast fashion hebben de traditionele modelogica radicaal veranderd: volgens Moizant is er een grote groep mensen die kleding na een seizoen of twee seizoenen wegdoet.
Ik denk dan:
waarom niet gewoon terug naar…. af.
Minder maken,
minder kopen,
langer dragen.
Dat is pas modelogica.
(Maar wie informeert de aandeelhouders?)
Als je iets lang genoeg draagt,
wordt het vanzelf weer mode. De stelling in de mode is dat trends na grofweg twintig jaar terugkomen – al gaat het vaak sneller. De tassen van Lehman Brothers hebben er langer over gedaan. In de jaren tachtig waren dit soort corporate accessoires hét symbool van een geslaagd yuppenleven in New York. Nu zijn ze volgens The Financial Times gewild onder modehipsters.
Die onverwachte herwaardering is tekenend voor het belang van context in de mode. Een gepensioneerde man met een sporttas met het logo van Lehman Brothers is gewoon een gepensioneerde man met een sporttas met het logo van een failliete bank. Maar een jonge gast met dezelfde sporttas, laat zien dat hij weet wat er speelt én dat hij gevoel heeft voor ironie.
Daarnaast is het de zoveelste vorm van pochen met exclusiviteit, al heel lang een basisprincipe in de mode. “These items are a lot more difficult to find than brands with conventional logos from a famous fashion house,” zegt Dimitrios Tsivrikos, a consumer psychologist at University College London in The Financial Times.
Ik kwam deze tegen op Grailed… anyone?