Van een pleidooi voor een minder gehaast modesysteem tot een interview met een econoom die haar werk vergelijkt met dat van een loodgieter en de opmars van het mondkapje als mode accessoire.
Door: Bregje Lampe | Nieuwsbrief verstuurd op donderdag 7 mei 2020
1.‘Waarom zoveel modecollecties per jaar maken? Het is absurd.’
Aldus Raf Simons in een interview met Michou Basu in FD Persoonlijk, afgelopen zaterdag. Eerder maakte Saint Laurent bekend dat het zich niet langer leiden door de showkalender: het merk gaat zelf bepalen hoe en wanneer de nieuwe collecties wordt gepresenteerd. Wedden dat meer merken dit voorbeeld gaan volgen? Demna Gvasalia, creatief directeur van Balenciaga en oprichter van Vetements, zei een paar weken geleden al tegen WWD dat het niet goed voelt om een show te geven in september: ‘Je gaat toch ook niet dansen na een begrafenis.’
In een wereldwijde markt is het sowieso onzinnig dat retailers, consumenten en merken zich aan dezelfde universele seizoenen houden, schreef Vikram Alexei Kansara van BoF in een pleidooi voor een nieuw systeem waarin merken hun eigen ritme bepalen. Markeert deze pandemie het begin van de vertraging waarop de groene voorhoede in de modewereld al zo lang zit te wachten? Ik hoop het.
2. En het zou kunnen. Mode is immers een kwestie van tijdgeest.
In de jaren dat het economisch alsmaar beter ging, was het een vrij logische stap om – onder druk van aandeelhouders en dankzij de toegenomen productiemogelijkheden wereldwijd – steeds meer te produceren. Zo bezien is het net zo logisch als minder het nieuwe meer wordt. Veel mensen hebben vanwege COVID-19 minder te besteden: zij hebben misschien helemaal geen zin meer in funshoppen?
Zou je denken. Maar maandagochtend werd ik getroffen door een beeld in de Volkskrant, bij een reportage over winkels die weer open waren. Voor de Zara aan de Schapenmarkt in Den Bosch stond een rij. En de rij voor de Zara op de Nieuwendijk in Amsterdam was nog veel langer, vertelde Omyra Samadi me via Instagram. De Action in de Kinkerstraat? Zelfde verhaal. Natuurlijk willen we fast forward naar een toekomst waarin alles beter is. Maar hoe realistisch is het om te verwachten dat consumenten massaal hun koopgedrag veranderen?
3. Iets anders: het interview met Nobelprijswinnaar Esther Duflo.
Dat stond een tijd geleden in The Gentlewoman en is nu online te lezen (in de geniale bibliotheek van het magazine). Duflo, een van de oprichters van het Poverty Action Lab van MIT, vergelijkt haar werk als econoom met dat van een loodgieter. Alleen legt zij leidingen aan om armoede uit te roeien, in plaats van om water te laten stromen. Een voorbeeld van haar hands-on mentaliteit:zeverbeterde ze de vaccinatiegraad in Udaipur (West-India) door een goedkope zak linzen weg te geven aan de lokale bevolking.
Duflo vraagt zich voortdurend af wat écht helpt en wie de hulp het hardst nodig heeft. De financiële crisis die het gevolg is van de pandemie waar we nu nog middenin zitten, betekent dat straks opnieuw keuzes gemaakt moeten worden die invloed hebben op de verdeling van de welvaart. Zou het niet fijn zijn als meer mensen dat met het pragmatisme van Duflo deden?
4. Ten slotte: wordt het mondkapje serieus hét nieuwe accessoire?
The New York Times verslaggever Vanessa Friemdan, schreef op 22 april al een artikel over het mondkapje als fashion statement. En sinds de aankondiging van Rutte, die liet weten dat het mondkapje verplichte kost wordt in het OV, is het een kwestie van tijd voordat ik hier in Zandvoort de eerste maskers met logo’s van modemerken signaleer.
Volgens de index van Lyst, dat het online zoekgedrag van winkelende consumenten onderzoekt, is het masker van Off-White het meest gewild. Dat is niet gek, want er zijn maar weinig logo’s waarmee je zo makkelijk een statement maakt als met de zwart-witte pijlen en diagonale strepen van het merk van Virgil Abloh (wie zin heeft: voor Volkskrant magazine schreef ik ruim anderhalf jaar geleden een profiel over Abloh, een nieuw soort modeontwerper).
Ik lees op verschillende websites dat de mondkapjes van Off-White moeilijk te krijgen zijn, maar niets is minder waar. Bij onze eigenste Bijenkorf zijn ze zelfs dik in de uitverkoop: van €70 voor €21, en dan worden ze ook nog gratis thuisbezorgd. Ik denk er niet over. Ik steun liever een onafhankelijke ontwerper, of ik maak zelf iets – we hebben immers een stem als consument.
Ronald van der Kemp liet vorige week al zien dat een mondkapje meer kan zijn dan een afzetplek voor alweer een logo. De door de wol geverfde ontwerper maakt zich al jaren hard voor een nieuw en meer duurzaam modesysteem. Op 28 april organiseerde hij ‘Army of Love’, een coronaproof performance in Hotel L’Europe. Modellen droegen couturejurken mét bijpassende mondkapjes.