Nu aan het lezen
Modelogica #20: mode, waarom eigenlijk?

Modelogica #20: mode, waarom eigenlijk?

Het is oorlog.
Het was fashionweek.
En het is nog steeds oorlog. 


Door: Bregje Lampe | Nieuwsbrief verstuurd op donderdag 17 maart 2022

Er is veel geschreven over de winkels die gesloten zijn, de sancties en de modeshows die toch grotendeels doorgingen. Waarom ruimte maken voor zoiets frivools in donkere tijden? Omdat mode tijdgeest is; mode maakt de Zeitgeist toegankelijk, door er kleding van te maken. En de halfjaarlijkse modeshows zijn nog altijd een belangrijk (zij het niet meer het enige) moment om de kleren en de ideeën daarachter te etaleren.
 
Vanessa Friedman van de The New York Times omschreef het – vrij vertaald – als volgt in haar nieuwsbrief (leestip!): ‘Mode, en dan vooral haute couture, heeft altijd bestaan in die vreemde tussenwereld tussen business en kunst (musea categoriseren het als decoratieve kunst). En kunst is altijd een manier geweest om op een wereldwijde en publieke schaal afschuw te verwerken, te delen en te communiceren. Ik zie niet in waarom de mode hiervan uitgesloten zou moeten worden. Mode kan immers hetzelfde doen.’ Need I say more?

Tijdens de laatste modeweek kwam de meest overtuigende bijdrage aan het debat over mode van Demna Gvasalia (alweer, zie ook Balenciaga x The Simpsons). Demna, die alleen nog bij zijn voornaam genoemd wil worden, liet zien dat een verhaal pas echt overtuigend is als het van binnenuit komt. Stel dat Pierpaolo Piccioli een show had gegeven met modellen gewikkeld in dekens, modellen die grote tassen droegen en op vluchtelingen leken, dan was dat neergesabeld. Want onecht; Piccioli, creative director van Valentino, is immers de man van schoonheid en kleur. Hij gaf een show met voornamelijk roze en een paar handvol zwarte outfits.

Terug naar de veelbesproken show van Balenciaga. Het decor in de vorm van een sneeuwstorm was in eerste instantie bedoeld als commentaar op de klimaatcrisis, en kreeg een nog dramatischere lading vanwege de oorlog en de vluchtelingenstroom. ‘This kind of commentary from any other brand might have come across as fetishizing human suffering. But in Demna’s hands it all made sense,’ schreef Angelo Flaccavento voor BoF.

‘Dit was ik,’ zei de ontwerper na afloop van de show tegen Jess Cartner-Morley, verslaggever van The Guardian. Demna werd geboren in Georgië en sloeg als 12-jarige met zijn familie op de vlucht; ze eindigden in Duitsland. Hij had overwogen de show te annuleren, maar besloot om niet toe te geven aan een regime waarmee hij het niet eens is; hij wilde niet opnieuw vluchten. ‘Ik zag mezelf. Dertig jaar geleden, als kind in een schuilkelder, niet wetend of het dak op mijn hoofd zou vallen.’
 
Ik wil maar zeggen: wat Demna deed, kwam van binnenuit. En daarom was het geloofwaardig. Het is een van de lessen die ik in mijn vijftien jaar als verslaggever voor Het Parool en later de Volkskrant heb geleerd: als het niet van binnenuit komt, kun je het hele verhaal/de collectie/de campagne net zo goed weggooien. Pas als ze geworteld zijn, hebben ideeën kans van slagen.
 
Goed. Ik was op zondagochtend 6 maart niet bij de show van Balenciaga in Parijs; ik bracht op dat moment mijn kinderen naar de zwemles in Zandvoort. Ik was een paar dagen later wél bij de try-out van De Grote Kunstshow met Bas Kosters (44), een theatervoorstelling over het werk van de meest kleurrijke modeontwerpers van Nederland. Het is nogal een overstap, van Balenciaga naar Bas. Maar in feite reageren beide ontwerpers op actuele problematiek met werk dat van binnenuit komt.

Toevallig zag ik ook twee keer in één week een outfit van plakband voorbijkomen. Kosters beplakte in 2018 een model met plakband waarop ‘hope’ geprint stond; Demna wikkelde onder meer Kim Kardashian in een outfit van plakband met daarop de merknaam. Het werk van Kosters is een reactie op het hokjesdenken, soms ook op overconsumptie. Van Kosters mag het wel wat vrijer en kleurrijker; als het aan hem ligt, blijven we ons leven lang met poppen spelen.

Een belangrijk verschil tussen beide ontwerpers: Kosters heeft niet de miljarden achter zich die Demna dankzij Kering wel heeft en draait dus op een totaal ander level mee. Zeven jaar geleden besloot Kosters om ‘te stoppen met het pompen van geld in een product dat bijna niemand koopt’. Nadat hij in korte tijd beide ouders verloor, ebde ook de drang om internationaal door te breken weg. Hij is zijn succes gaan relativeren. Want wat is succes? ‘Ik probeer nog altijd een beter mens en een betere maker te worden,’ zegt hij in een uitzending van radioprogramma Kunststof. En even later: ‘Ik voel me meer succesvol dan ooit.’ Mooi toch?

En dan nog even dit.

• NFT’s. Wie heeft het er niet over? In The Guardian las ik een tijd geleden een stuk dat je in één keer bijpraat over de stand van zaken; onder meer Paris Hilton vertelt over haar bijdrage aan de digitale kunstwereld. Auteur Rosanna McLaughlin werpt een belangrijke vraag op over wat we van kunst verwachten en hoe we het waarderen: ‘Is er een zinvol verschil tussen een kunstwerk en een product? Het antwoord is misschien dat dat er niet altijd is. Maar als we willen dat kunst meer is dan een instrument om veel geld te verdienen en merchandise te verkopen, is het op zijn minst een ideaal om aan vast te houden.’

Marleen Stikker vergelijkt de handel in NFT’s met derivatenhanden en schreef in een stevig opiniestuk voor NRC over het schrijnende piramidespel aan de achterkant. In de woorden van Stikker: ‘De rijkdom van enkelen financieren door steeds weer nieuwe groepen te laten instappen; dit patroon zijn we beu. De gangmakers achter NFT-handel bestaan niet uit idealisten strijdend voor een beter internet, maar uit een kleine groep digitale cowboys met Libertarische trekjes.’ Just sayin.
 
• Bas Timmer, die met de Stichting Sheltersuit wind- en waterdichte jassen voor zwervers en vluchtelingen verzorgt, gaf op 4 maart een show in Parijs, in Palais de Tokyo. De kleding van Sheltersuit Label is gemaakt van restmaterialen en overgebleven stoffen van modemerk Chloé. De opbrengsten van het modelabel gaan naar de stichting, zodat die meer Sheltersuits kan leven aan mensen die ze nodig hebben. Dat is nog eens een mooi voorbeeld van alternatieve modelogica.

Terug naar de catwalk presentatie in Parijs. Het meest ontroerende bericht dat ik over deze show las kwam van een oud docent van Timmer: Jan ter Heide, die modevormgeving gaf bij ROC Twente, waar hij Timmer in de klas had. Ter Heide debuteerde onlangs, op zijn 63ste, met zijn breisels op een Parijse catwalk. Onderweg naar Parijs had hij nog een stapeltje Oekraïnse harten gebreid, om weg te geven tijdens de show. Hij zat front row, vlakbij Suzy Menkes. 

Tenslotte een oproep: de afgelopen dagen is de Stichting Sheltersuit door diverse organisaties benaderd met de vraag om duizend pakken te leveren voor mensen in Oekraïne. Timmer verwacht dat dit aantal de komende tijd snel stijgt. Doneren kan via deze link.  

• Democracy is de titel van een vrolijke tentoonstelling die nog tot en met juni te zien is in het Museum van de Geest, het stukje Hermitage dat nog wel open is. Modeontwerper Duran Lantink heeft samen met Jan Hoek, oprichter van Outsiderwear en theatergroep La Belle een expositie ingericht die is geïnspireerd op The Factory van Andy Warhol en die laat zien dat kunst en mode van en voor iedereen zijn.  

• Tenslotte: een pakkend beeld. Van een monument in Odessa, dat door Oekraïners is ingepakt om het te beschermen. Ik kreeg het doorgestuurd van Frédérique Schimmelpenninck, een goede vriendin die ook wist te vertellen dat op die plek Battleship Potemkin is opgenomen; ik heb die film nooit gezien. Frédérique beschrijft ‘m als ‘volstrekt bizar’. Toch maar eens kijken. Dat kan ook op een groot scherm, eind dit jaar tijdens IDFA.    

Bekijk reacties (0)

Reageer

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© Modelogica 2020

Scroll naar boven